Vertaling van hees

Inhoud:

Nederlands
Duits
hees, rauw, schor {bn.}
heiser
hijsen, ophijsen {ww.}
hochziehen
aufziehen
hissen

ik hees
jij hees
hij/zij/het hees

ich zog hoch
du zogst hoch
er/sie/es zog hoch
» meer vervoegingen van hochziehen



Gerelateerd aan hees

rauw - schor - hijsen - ophijsen