Vertaling van het eens zijn

Inhoud:

Nederlands
Duits
het eens zijn {ww.}
einverstanden sein
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen
goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen {ww.}
zuwilligen
zustimmen
beistimmen
einwilligen
beipflichten
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen
afspreken, een schikking treffen, het eens zijn, overeenkomen {ww.}
vereinbaren
übereinkommen
verabreden
sich verständigen
overeenstemmen, het eens zijn, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen