Vertaling van ijlen
Inhoud:
Nederlands
Duits
ijlen, kolderen, malen, raaskallen {ww.}
irre reden
faseln
delirieren
faseln
delirieren
wij ijlen
jullie ijlen
zij ijlen
wir faseln
ihr faselt
sie faseln
» meer vervoegingen van faseln
ijlen, jakkeren {ww.}
stürmen
wij ijlen
jullie ijlen
zij ijlen
wir stürmen
ihr stürmt
sie stürmen
» meer vervoegingen van stürmen