Vertaling van ijselijk

Inhoud:

Nederlands
Duits
ijselijk, schrikaanjagend, verschrikkelijk, vervaarlijk, vreselijk {bn.}
entsetzlich
furchtbar
gräßlich
schrecklich
afschuwelijk, ijselijk, afgrijselijk, verfoeilijk, abominabel {bn.}
verabscheuenswert
verabscheuenswürdig
abscheulich
gräßlich
scheußlich
gräulich
afgrijselijk, afschuwelijk, abominabel, ijselijk, verfoeilijk {bn.}
abscheulich
verabscheuend
gräßlich