Vertaling van inbakeren
Inhoud:
Nederlands
Duits
baken, inbakeren, inzwachtelen, omwikkelen {ww.}
einwickeln
wickeln
wickeln
ik zal inbakeren
jij zult inbakeren
hij/zij/het zal inbakeren
ich werde einwickeln
du wirst einwickeln
er/sie/es wird einwickeln
» meer vervoegingen van einwickeln