Vertaling van inhouden

Inhoud:

Nederlands

Duits

aftellen, aftrekken, inhouden, korten {ww.}

abrechnen

ik zal inhouden
jij zult inhouden
hij/zij/het zal inhouden

ich werde abrechnen
du wirst abrechnen
er/sie/es wird abrechnen
» meer vervoegingen van abrechnen

behelzen, bevatten, inhouden {ww.}

beinhalten
enthalten

ik zal inhouden
jij zult inhouden
hij/zij/het zal inhouden

ich werde beinhalten
du wirst beinhalten
er/sie/es wird beinhalten
» meer vervoegingen van beinhalten

bevatten, houden, inhouden, vervatten {ww.}

enthalten
einschließen

ik zal inhouden
jij zult inhouden
hij/zij/het zal inhouden

ich werde enthalten
du wirst enthalten
er/sie/es wird enthalten
» meer vervoegingen van enthalten

inhoud (mv. inhouden) {zn.}

Inhalt [m] (der ~)