Vertaling van inspannen
Inhoud:
Nederlands
Duits
spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen {ww.}
anspannen
vorspannen
spannen
vorspannen
spannen
ik zal inspannen
jij zult inspannen
hij/zij/het zal inspannen
ich werde anspannen
du wirst anspannen
er/sie/es wird anspannen
» meer vervoegingen van anspannen