Vertaling van instrument

Inhoud:

Nederlands
Duits
instrument [o], werktuig [o] {zn.}
Werkzeug [o] (das ~)
Instrument [o] (das ~)
middel [o], werktuig [o], stuk gereedschap [o], instrument [o] {zn.}
Werkzeug [o] (das ~)
Mittel [o] (das ~)


Gerelateerd aan instrument

werktuig - middel - stuk gereedschap