Vertaling van inzaaien

Inhoud:

Nederlands
Duits
zaaien, inzaaien {ww.}
säen

ik zal inzaaien
jij zult inzaaien
hij/zij/het zal inzaaien

ich werde säen
du wirst säen
er/sie/es wird säen
» meer vervoegingen van säen

Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.
Ihr kennt den Satz, wir ernten, was wir säen. Ich habe den Wind gesät und hier ist mein Sturm.


Gerelateerd aan inzaaien

zaaien