Vertaling van joelen
Inhoud:
Nederlands
Duits
gieren, joelen, roepen, schreeuwen {ww.}
schreien
wij joelen
jullie joelen
zij joelen
wir schreien
ihr schreit
sie schreien
» meer vervoegingen van schreien
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Ich hörte eine Frau schreien.