Vertaling van juist

Inhoud:

Nederlands
Duits
juist, minutieus, precies, scherp, secuur, stipt, zorgvuldig {bn.}
bestimmt
bündig
exakt
genau
präzis
präzise
pünktlich
juist, net, pal, precies, exact {bw.}
gerade
richtig
ausgerechnet
genau
juist, net, pas, straks, zojuist, zoëven, daarnet, daarstraks, zonet {bw.}
eben
gerade
just
soeben
exact, juist, precies, scherp, vlak {bw.}
genau
präzise
goed, juist, recht {bn.}
recht
richtig
zutreffend
correct, goed, juist, zuiver {bn.}
recht
richtig
gegrond, gelijk hebbend, juist {bn.}
im Recht
rechthabend


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Is mijn antwoord juist?

Ist meine Antwort korrekt?

Een ongeval deed zich juist voor.

Gerade ist ein Unfall passiert.

Dat is nu juist het probleem.

Dort liegt das Problem.

Ik weet niet juist waar ik geboren ben.

Ich weiß nicht, wo genau ich geboren wurde.

Iedereen kan helpen verzekeren dat de zinnen goed klinken en juist gespeld zijn.

Jeder kann behilflich sein sicherzustellen, dass die Sätze natürlich klingen und richtig geschrieben sind.

Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.

Es hat sich herausgestellt, dass dies ein sehr günstiger Faktor für unser Projekt ist, das genau darauf abzielt, in gemeinsamer Arbeit ein Netz von Übersetzungen in möglichst vielen Sprachen zu schaffen.


Gerelateerd aan juist

minutieus - precies - scherp - secuur - stipt - zorgvuldig - net - pal - exact - pas - straks - zojuist - zoëven - daarnet - daarstraks