Vertaling van kanaal
Inhoud:
Nederlands
Duits
buis , kanaal , loop , pijp , roer , steel {zn.}
Röhre
Schlauch
Rohr
Schlauch
Rohr
gracht, kanaal , vaart, wijk {zn.}
Graben
Kanal
Kanal
Hij is in de gracht gevallen.
Er ist in den Graben gefallen.