Vertaling van kant
Inhoud:
Nederlands
Duits
kant {zn.}
Spitze
kant , marge, rand {zn.}
Rand
boord , kant , kust , oever , wal , waterkant {zn.}
Strand
Bord
Rand
Ufer
Küste
Gestade
Bord
Rand
Ufer
Küste
Gestade
Welke kant is het strand op?
In welcher Richtung liegt der Strand?
Is er een arts aan boord?
Ist ein Arzt an Bord?
band , boord , kant , rand, zoom {zn.}
Saumkante
Rand
Kante
Saum
Grat
Rand
Kante
Saum
Grat
flank , zij , kant , zijde , zijkant {zn.}
Seite
Hank
Flanke
Hank
Flanke
Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.
Tatoeba: Schließe dich der dunklen Seite an! Bei uns gibt es Schokoladenkekse!
Iedereen is een maan en heeft een donkere zijde die hij nooit aan iemand laat zien.
Jeder ist ein Mond und hat seine dunkle Seite, die er niemandem zeigt.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Hij legde het boek aan de kant.
Er legte das Buch beiseite.
Welke kant is het strand op?
In welcher Richtung liegt der Strand?
Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.
Tatoeba: Schließe dich der dunklen Seite an! Bei uns gibt es Schokoladenkekse!
Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
Die Kirschen in Nachbars Garten schmecken immer süßer.
Dingen zijn soms mooier als je ze van een andere kant bekijkt.
Die Dinge sind manchmal schöner, wenn man sie von einer anderen Seite betrachtet.