Vertaling van karig

Inhoud:

Nederlands
Duits
karig, schaars, schraal, schriel {bn.}
karg
schmal
dürftig
kärglich
pover, schamel, sober, karig {bn.}
knapp
empfindlich
gering
schäbig
karg


Gerelateerd aan karig

schaars - schraal - schriel - pover - schamel - sober