Vertaling van keer

Inhoud:

Nederlands
Duits
keer, maal {zn.}
Mal [o] (das ~)
Dit is de eerste keer.
Dies ist das erste Mal.
Dit is de laatste keer.
Das ist das letzte Mal.
verandering [v], verzetting [v], wijziging [v], wisseling [v], keer, omkeer {zn.}
Veränderung [v] (die ~)
Wechsel [m] (der ~)
Änderung [v] (die ~)
Tausch [m] (der ~)
Abwechslung [v] (die ~)
Verandering is de enige constante.
Veränderung ist das einzig Konstante.
Talen zijn aan voortdurende verandering onderhevig.
Sprachen sind ständiger Veränderung unterworfen.
draai [m], draaiing [v], wending [v], wieling [v], zwenking [v], keer, zwenk {zn.}
Wendung [v] (die ~)
Wende
draai [m], wending [v], zwenking [v], gier, keer, slag [m], zwaai, zwenk {zn.}
Wendung [v] (die ~)
Wende
kentering [v], verandering [v], keer, verloop {zn.}
Wechsel [m] (der ~)
draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken {ww.}
umwenden
wenden
umwälzen
umdrehen
kehren
drehen

ik keer

ich wende um
» meer vervoegingen van umwenden

aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
aufhalten
sperren
zum Stehen bringen
anhalten

ik keer

ich halte auf
» meer vervoegingen van aufhalten



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik heb keer op keer geprobeerd.

Ich habe es immer wieder versucht.

Dit is de eerste keer.

Dies ist das erste Mal.

Dit is de laatste keer.

Das ist das letzte Mal.

Lees het nog een keer.

Lies es noch einmal.

Gedane zaken nemen geen keer.

Was passiert ist, ist passiert.

Ze eten een keer per week vlees.

Ein Mal in der Woche essen sie Fleisch.

Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.

Ich habe »Krieg der Sterne« zweimal gesehen.

Ik ben een keer in Kioto geweest.

Ich war bereits einmal in Kyoto.

Dat was niet de eerste keer.

Das war nicht das erste Mal.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

Ich war zwei Mal in Kyoto.

Hij verdient twee keer zoveel als ik.

Er verdient zweimal soviel wie ich.

Er is altijd een volgende keer.

Es gibt immer ein nächstes Mal.

Je bent tien keer zwaarder dan ik.

Du bist zehnmal schwerer als ich.

Deze keer zal ik het proberen.

Dieses Mal werde ich es versuchen.

Hoeveel keer ben je in Europa geweest?

Wie oft warst du schon in Europa?


Gerelateerd aan keer

maal - verandering - verzetting - wijziging - wisseling - omkeer - draai - draaiing - wending - wieling - zwenking - zwenk - gier - slag - zwaai