Vertaling van kiemen

Inhoud:

Nederlands
Duits
kiemen, ontkiemen {ww.}
sprossen
keimen
sprießen
ausschlagen

zij kiemen

sie sprossen
» meer vervoegingen van sprossen

embryo [o], kiem (mv. kiemen) {zn.}
Fruchtkeim
Leibesfrucht
Keim [m] (der ~)
Embryo [o] (das ~)
oog [o], kiem (mv. kiemen), zaad, zaadkiem {zn.}
Keim [m] (der ~)


Gerelateerd aan kiemen

ontkiemen - embryo - kiem - oog - zaad - zaadkiem