Vertaling van kies

Inhoud:

Nederlands
Duits
fijngevoelig, kies {bn.}
zartfühlend
feinfühlig
empfindlich
taktvoll
delicaat, fijn, gevoelig, iel, kies, kieskeurig, tactvol, teder, teer {bn.}
delikat
fein
gelinde
zart
köstlich
lecker
wohlschmeckend
zartfühlend
feinfühlend
feinfühlig
empfindlich
taktvoll
behutsam
heikel
kitzlig
wählerisch
subtil
balloteren, kiezen, stemmen {ww.}
abstimmen
seine Stimme abgeben
stimmen
ballotieren

ik kies

ich stimme ab
» meer vervoegingen van abstimmen

In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
Auf alle Fälle muss man in dem Referendum am 18. Februar mit "ja" abstimmen.
kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken {ww.}
aussuchen
eine Auswahl treffen
auserwählen
erwählen
auswählen
wählen
auslesen

ik kies

ich suche aus
» meer vervoegingen van aussuchen

U kunt kiezen welke je wilt.
Du darfst dir aussuchen, was immer du willst.