Vertaling van kijker

Inhoud:

Nederlands
Duits
kijker [m], verrekijker {zn.}
Perspektiv
Fernrohr [o] (das ~)
binocle [m], kijker [m], verrekijker {zn.}
Fernglas [o] (das ~)
Opernglas [o] (das ~)
Binokel
oog [o], kijker [m] {zn.}
Auge [o] (das ~)
Mijn oog is opgezwollen.
Mein Auge ist angeschwollen.
Tom heeft een blauw oog.
Tom hat ein blaues Auge.
beschouwer [m], kijker [m], toeschouwer {zn.}
Zuschauer


Gerelateerd aan kijker

verrekijker - binocle - oog - beschouwer - toeschouwer