Vertaling van klak
Inhoud:
Nederlands
Duits
klad, klak, moet, mop, plek, smet, vlek {zn.}
Flecken
Klecks
Fleck
Klecks
Fleck
klakken, klappen, kletteren, klikken {ww.}
klappern
klappen
schnalzen
klacken
klappen
schnalzen
klacken
ik klak
ich klapp(e)re
» meer vervoegingen van klappern