Vertaling van kleren

Inhoud:

Nederlands
Duits
kleding [v], goed [o], kleren {eigenn.}
Kleider
garderobe [v], kleding [v], plunje [o], kleren {zn.}
Kleidung [v] (die ~)
Zeug [o] (das ~)
Garderobe [v] (die ~)
Doe uw natte kleren uit.
Zieh Deine nasse Kleidung aus.
Mijn kleren waren vuil van de olie.
Meine Kleidung war mit Öl verschmutzt.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Kleren maken de man.

Kleider machen Leute.

Doe uw natte kleren uit.

Zieh Deine nasse Kleidung aus.

Mary begon haar kleren uit te trekken.

Maria fing an, sich zu entkleiden.

Ze wou de vuile kleren wassen.

Sie wollte die verschmutzten Kleider waschen.

Mijn kleren waren vuil van de olie.

Meine Kleidung war mit Öl verschmutzt.

Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.

Ich schämte mich, in alten Kleidern auszugehen.

Je ziet er goed uit in die kleren.

Du siehst gut in diesen Kleidern aus.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.

Den größten Teil ihres Geldes gibt sie für Kleidung aus.

Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.

Ich mag nicht, dass meine Kleidung nach Rauch stinkt.

De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.

Am nächsten Morgen verließ Dima den Müllcontainer, musste aber feststellen, dass seine Kleidung jetzt nach Müll roch.


Gerelateerd aan kleren

kleding - goed - garderobe - plunje