Vertaling van klimmen

Inhoud:

Nederlands
Duits
klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen {ww.}
ersteigen
steigen

wij klimmen
jullie klimmen
zij klimmen

wir ersteigen
ihr ersteigt
sie ersteigen
» meer vervoegingen van ersteigen

klauteren, klimmen {ww.}
klettern
klimmen

wij klimmen
jullie klimmen
zij klimmen

wir klettern
ihr klettert
sie klettern
» meer vervoegingen van klettern

Een beer kan in een boom klimmen.
Ein Bär kann auf einen Baum klettern.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Een beer kan in een boom klimmen.

Ein Bär kann auf einen Baum klettern.

Niet op die ladder klimmen; hij is niet veilig.

Steig nicht auf diese Leiter, sie ist nicht sicher!


Gerelateerd aan klimmen

naar boven gaan - rijzen - stijgen - bestijgen - klauteren