Vertaling van klinker

Inhoud:

Nederlands
Duits
klinker [m], vocaal [v], zelfklinker [m] {zn.}
Vokal [m] (der ~)
baksteen [o], bouwsteen [m], klinker [m], steen [o], tichel [m], stuk [o] {zn.}
Ziegel [m] (der ~)
Ziegelstein [m] (der ~)
Backstein [m] (der ~)


Gerelateerd aan klinker

vocaal - zelfklinker - baksteen - bouwsteen - steen - tichel - stuk