Vertaling van klokken

Inhoud:

Nederlands
Duits
klokken {ww.}
gluckern
glucksen

wij klokken
jullie klokken
zij klokken

wir glucksen
ihr gluckst
sie glucksen
» meer vervoegingen van glucksen

kakelen, klokken {ww.}
glucken

wij klokken
jullie klokken
zij klokken

wir glucken
ihr gluckt
sie glucken
» meer vervoegingen van glucken

bel [v], klok (mv. klokken) [v] {zn.}
Klingel [v] (die ~)
Glocke [v] (die ~)
klok (mv. klokken) [v], stolp {zn.}
Kappe [v] (die ~)
Sturz [m] (der ~)
Glocke [v] (die ~)
klok (mv. klokken), uurwerk {zn.}
Uhr [v] (die ~)
De klok loopt achter.
Die Uhr geht nach.
Het uurwerk loopt achter.
Die Uhr geht nach.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We repareren allerlei soorten klokken hier.

Wir reparieren hier alle Arten von Uhren.

In mijn kamer zijn er geen klokken.

In meinem Zimmer gibt es keine Uhren.

De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.

Die Glocken läuteten, als das Paar aus der Kirche kam.

Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.

Die Zeit hat keine Trennlinien, um ihren Fortlauf anzuzeigen. Es gibt nie ein Gewitter oder einen Fanfarenstoß, um den Beginn eines neuen Monats oder Jahres anzuzeigen. Sogar wenn ein neues Jahrhundert beginnt, sind es nur wir Sterblichen, die Glocken läuten und Pistolen abfeuern.


Gerelateerd aan klokken

kakelen - bel - klok - stolp - uurwerk