Vertaling van krabbelen
Nederlands
Duits
krabbelen {ww.}
kraulen
wij krabbelen
jullie krabbelen
zij krabbelen
wir kraulen
ihr krault
sie kraulen
» meer vervoegingen van kraulen
wij krabbelen
jullie krabbelen
zij krabbelen
wir kraulen
ihr krault
sie kraulen
» meer vervoegingen van kraulen