Vertaling van krassen
Inhoud:
Nederlands
Duits
krassen, schrabben, schrapen, schrappen {ww.}
schrapen
kratzen
radieren
schaben
kratzen
radieren
schaben
wij krassen
jullie krassen
zij krassen
wir schrapen
ihr schrapt
sie schrapen
» meer vervoegingen van schrapen
krassen {ww.}
krächzen
wij krassen
jullie krassen
zij krassen
wir krächzen
ihr krächzt
sie krächzen
» meer vervoegingen van krächzen
knarsen, knersen, kraken, krassen {ww.}
knarren
wij krassen
jullie krassen
zij krassen
wir knarren
ihr knarrt
sie knarren
» meer vervoegingen van knarren
druk, levendig, kras (mv. krassen), kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker {bn.}
aufgeweckt
flink
frisch
gewandt
hurtig
munter
wach
flink
frisch
gewandt
hurtig
munter
wach