Vertaling van krenken
Inhoud:
Nederlands
Duits
affronteren, beledigen, krenken {ww.}
beschimpfen
schelten
schimpfen
beleidigen
schelten
schimpfen
beleidigen
wij krenken
jullie krenken
zij krenken
wir beschimpfen
ihr beschimpft
sie beschimpfen
» meer vervoegingen van beschimpfen
beledigen, grieven, krenken, verongelijken, uitschelden {ww.}
kränken
verletzen
beleidigen
verletzen
beleidigen
wij krenken
jullie krenken
zij krenken
wir verletzen
ihr verletzt
sie verletzen
» meer vervoegingen van verletzen