Vertaling van kwijnen
Inhoud:
Nederlands
Duits
kwijnen, opraken, uitteren, verteren, wegteren {ww.}
zehren
wij kwijnen
jullie kwijnen
zij kwijnen
wir zehren
ihr zehrt
sie zehren
» meer vervoegingen van zehren
kwijnen, verdorren, verflensen, verleppen, verwelken {ww.}
verwelken
welken
welken
wij kwijnen
jullie kwijnen
zij kwijnen
wir verwelken
ihr verwelkt
sie verwelken
» meer vervoegingen van verwelken