Vertaling van laten

Inhoud:

Nederlands
Duits
laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten {ww.}
lassen
zurücklassen
unterlassen
überlassen

wij laten
jullie laten
zij laten

wir lassen
ihr lasst
sie lassen
» meer vervoegingen van lassen

Leven en laten leven.
Leben und leben lassen.
Laten we haar alleen laten.
Lassen wir sie doch in Ruhe.
doen, laten, laten doen, maken {ww.}
machen
veranlassen

wij laten
jullie laten
zij laten

wir machen
ihr macht
sie machen
» meer vervoegingen van machen

Wat moet ik doen?
Was muss ich machen?
Laten we koffiepauze houden.
Lass uns eine Kaffeepause machen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Laten we haar alleen laten.

Lassen wir sie doch in Ruhe.

Laten we koffiepauze houden.

Lass uns eine Kaffeepause machen.

Leven en laten leven.

Leben und leben lassen.

Laten we beginnen.

Lasst uns anfangen!

Laten we teruggaan.

Lass uns zurückgehen.

Laten we kaart spelen.

Lass' uns Karten spielen.

Laten we sushi eten.

Lass uns Sushi essen.

Laten we het hopen.

Hoffen wir's mal.

Laten we vrienden zijn.

Lass uns Freunde sein!

Laten we handen schudden.

Reichen wir uns die Hände!

Laten we voetbal spelen.

Lasst uns Fußball spielen.

Laten we beginnen.

Lasst uns anfangen!

Laten we TV kijken.

Lass uns Fernsehen gucken.

Nou, laten we gaan.

Na gut, auf geht’s.

Gelieve mij door te laten.

Lassen Sie mich bitte durch.


Gerelateerd aan laten

laten begaan - laten schieten - loslaten - toelaten - doen - laten doen - maken