Vertaling van leden

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanhang [m], leden {zn.}
Mitglieder
Gefolgschaft [v] (die ~)
Anhängerschaft [v] (die ~)
Anhang [m] (der ~)
De club heeft dertig leden.
Der Verein hat dreißig Mitglieder.
Wanneer registreerden ze de namen van de leden?
Wann haben sie die Namen der Mitglieder registriert?
doorstaan, lijden, ondergaan, uitstaan, velen, verdragen {ww.}
leiden
ertragen
aushalten
erleiden
erdulden
dulden

wij leden
jullie leden
zij leden

wir litten
ihr littet
sie litten
» meer vervoegingen van leiden

Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ich kann die Schmerzen nicht mehr aushalten.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Ertragen kann unerträglich sein.
geleding [v], gewricht, knoop [m], lid (mv. leden), gelid {zn.}
Artikulation [v] (die ~)
Gelenkknoten
Gelenk [o] (das ~)
Gelenkverbindung [v] (die ~)
Fuge [v] (die ~)
lid (mv. leden), lidmaat {zn.}
Mitglied [o] (das ~)
Glied [o] (das ~)
Ik ben lid van het basketbalteam.
Ich bin Mitglied des Basketballteams.
aanhanger [m], lid (mv. leden), partijganger, partijlid {zn.}
Anhänger [m] (der ~)
aanhanger [m], lid (mv. leden), lidmaat {zn.}
Mitglied [o] (das ~)
Angehöriger [m] (der ~)
Glied [o] (das ~)
Anhänger [m] (der ~)
associé [m], lid (mv. leden), vennoot {zn.}
Mitglied [o] (das ~)
Sozius
Teilhaber [m] (der ~)
Associé
jongeheer [m], leuter [m], lul [m], pik [v], snikkel [m], lid (mv. leden), piemel, plasser, penis {zn.}
Penis [m] (der ~)
De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
Der Penis ist eines der männlichen Geschlechtsorgane.
De penis ging in de vagina.
Der Penis drang in die Vagina ein.
lid (mv. leden), term {zn.}
Glied [o] (das ~)

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De club heeft dertig leden.

Der Verein hat dreißig Mitglieder.

Wanneer registreerden ze de namen van de leden?

Wann haben sie die Namen der Mitglieder registriert?