Vertaling van leeg
Inhoud:
Nederlands
Duits
hol, ledig, leeg, lens, loos {bn.}
leer
ledigen, legen, lenzen, lichten, ruimen, uithalen {ww.}
entleeren
ausleeren
ausleeren
ik leeg
ich entleere
» meer vervoegingen van entleeren
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
De autobatterij is leeg
Die Autobatterie ist leer.
Ik heb de doos leeg gevonden.
Ich habe die Kiste leer vorgefunden.
De batterij van mijn mp3-speler was leeg.
Die Batterie meines MP3-Spielers war leer.
Deze doos is leeg. Er zit niets in.
Die Schachtel ist leer. Dort ist nichts drin.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Wenn du in drei Minuten deinen Teller nicht aufgegessen hast, bekommst du keinen Nachtisch.