Vertaling van leerling

Inhoud:

Nederlands
Duits
leerling [m] {zn.}
Zögling
volgeling [m] (de ~), zoon [m] (de ~), leerling [m] (de ~), adept, aanhanger {zn.}
Befürworter [m] (der ~)
Parteigänger
Eingeweihter [m] (der ~)
Anhänger [m] (der ~)
Adept [m] (der ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ben je een leerkracht of een leerling hier?

Sind Sie hier Lehrer oder Schüler?

Bob is de enige leerling in onze klas die Spaans kan spreken.

Bob ist der einzige Schüler in unserer Klasse, der Spanisch kann.


Gerelateerd aan leerling

volgeling - zoon - adept - aanhangeradept