Vertaling van leiding

Inhoud:

Nederlands

Duits

leiding [v], richting [v], koers, richtlijn {zn.}

Richtung [v] (die ~)
Kurs [m] (der ~)

In welke richting ging hij heen?

In welche Richtung ist er gegangen?

Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.

Norden ist die entgegensetzte Richtung von Süden.

leiding [v], stuur [o], leidsel {zn.}

Zügel [m] (der ~)

buis [v], leiding [v], leider {zn.}

Gang [v] (die ~)
Ableitungskanal [m] (der ~)
Leitungsröhre [o] (das ~)
Kanal [m] (der ~)
Ausführungsgang [m] (der ~)
Ductus [m] (der ~)

besturing [v], leiding [v] {zn.}

Richtunggeben
Richten [o] (das ~)
Lenken
Dirigieren
Leitung [v] (die ~)
Leiten

bestel [o], leiding [v], rondleiding [v] {zn.}

Führung [v] (die ~)
Leitung [v] (die ~)