Vertaling van lenen
borgen
wij lenen
jullie lenen
zij lenen
wir entlehnen
ihr entlehnt
sie entlehnen
» meer vervoegingen van entlehnen
verleihen
entlehnen
darleihen
borgen
wij lenen
jullie lenen
zij lenen
wir leihen
ihr leiht
sie leihen
» meer vervoegingen van leihen
wij lenen
jullie lenen
zij lenen
wir borgen
ihr borgt
sie borgen
» meer vervoegingen van borgen
Voorbeelden in zinsverband
Kan ik deze CD lenen?
Könnte ich diese CD leihen?
Mag ik je fiets lenen?
Darf ich mir dein Fahrrad ausleihen?
Mag ik jouw radio lenen?
Kann ich mir das Radio ausleihen?
Mag ik een potlood van je lenen?
Könnten Sie mir einen Stift leihen? (formal)
Ik kan je dit boek niet lenen.
Ich kann dir dieses Buch nicht leihen.
Ik zal je dit woordenboek lenen.
Ich werde dir dieses Wörterbuch leihen.
Ik kan je dit boek niet lenen.
Ich kann dir dieses Buch nicht leihen.
"Wacht even," zei Dima, terwijl hij zijn telefoon tevoorschijn haalde, "ik weet iemand die me wel wat geld zou kunnen lenen."
"Moment mal", sagte Dima, indem er sein Telefon herausholte. "Ich kenne jemand, der mir etwas Geld leihen könnte."