Vertaling van leuter

Inhoud:

Nederlands
Duits
jongeheer [m], leuter [m], lul [m], pik [v], snikkel [m], lid, piemel, plasser, penis {zn.}
Penis [m] (der ~)
De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
Der Penis ist eines der männlichen Geschlechtsorgane.
De penis ging in de vagina.
Der Penis drang in die Vagina ein.
dralen, leuteren, talmen, teuten, toeven, treuzelen {ww.}
zögern

ik leuter

ich zög(e)re
» meer vervoegingen van zögern


Gerelateerd aan leuter

jongeheer - lul - pik - snikkel - lid - piemel - plasser - penis - dralen - leuteren - talmen - teuten - toeven - treuzelen