Vertaling van leuteren

Inhoud:

Nederlands
Duits
dralen, leuteren, talmen, teuten, toeven, treuzelen {ww.}
zögern

wij leuteren
jullie leuteren
zij leuteren

wir zögern
ihr zögert
sie zögern
» meer vervoegingen van zögern



Gerelateerd aan leuteren

dralen - talmen - teuten - toeven - treuzelen