Vertaling van logen

Inhoud:

Nederlands
Duits
de was doen, logen, wassen {ww.}
waschen
abbeuchen

wij logen
jullie logen
zij logen

wir waschen
ihr wascht
sie waschen
» meer vervoegingen van waschen

Ik ga mijn auto wassen.
Ich werde mein Auto waschen.
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Schneiden, waschen und föhnen bitte.
liegen {ww.}
lügen
belügen
flunkern

wij logen
jullie logen
zij logen

wir belogen
ihr belogt
sie belogen
» meer vervoegingen van belügen

Ze liegen nooit.
Sie lügen nie.
Hij haatte liegen.
Er hasste es zu lügen.
alkali [o], loog (mv. logen) {zn.}
Laugensalz [o] (das ~)
Alkali [o] (das ~)
loog (mv. logen) {zn.}
Lauge [v] (die ~)


Gerelateerd aan logen

de was doen - wassen - liegen - alkali - loog