Vertaling van logeren
Inhoud:
Nederlands
Duits
logeren, te gast zijn {ww.}
gastieren
zu Gast sein
zu Gast sein
wij logeren
jullie logeren
zij logeren
wir gastieren
ihr gastiert
sie gastieren
» meer vervoegingen van gastieren
wij logeren
jullie logeren
zij logeren
wir gastieren
ihr gastiert
sie gastieren
» meer vervoegingen van gastieren