Vertaling van loslaten

Inhoud:

Nederlands
Duits
loslaten, lossen, tappen, uitlaten, vieren, weglaten {ww.}
loslassen
herauslassen
herausfließen lassen
auslassen

ik zal loslaten
jij zult loslaten
hij/zij/het zal loslaten

ich werde loslassen
du wirst loslassen
er/sie/es wird loslassen
» meer vervoegingen van loslassen

loslaten {ww.}
abgehen
aus dem Leim gehen
sich ablösen

ik zal loslaten
jij zult loslaten
hij/zij/het zal loslaten

ich werde abgehen
du wirst abgehen
er/sie/es wird abgehen
» meer vervoegingen van abgehen

laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten {ww.}
lassen
zurücklassen
unterlassen
überlassen

ik zal loslaten
jij zult loslaten
hij/zij/het zal loslaten

ich werde lassen
du wirst lassen
er/sie/es wird lassen
» meer vervoegingen van lassen

Leven en laten leven.
Leben und leben lassen.
Laten we haar alleen laten.
Lassen wir sie doch in Ruhe.
afhelpen, bevrijden, loslaten, verlossen, vrijlaten, vrijmaken {ww.}
befreien
frei machen
freilassen
erledigen
entledigen

ik zal loslaten
jij zult loslaten
hij/zij/het zal loslaten

ich werde befreien
du wirst befreien
er/sie/es wird befreien
» meer vervoegingen van befreien