Vertaling van mager

Inhoud:

Nederlands
Duits
mager, schraal, sprietig {bn.}
mager
mager, schraal, schriel, spichtig {bn.}
mager
Mager-
dun, luchtig, mager, schraal, sprietig {bn.}
dünn


Gerelateerd aan mager

schraal - sprietig - schriel - spichtig - dun - luchtig