Vertaling van marcheren

Inhoud:

Nederlands
Duits
lopen, marcheren {ww.}
laufen
gehen
treten
marschieren

wij marcheren
jullie marcheren
zij marcheren

wir laufen
ihr lauft
sie laufen
» meer vervoegingen van laufen

De baby kan lopen.
Das Baby kann laufen.
Hij kan niet meer lopen.
Er kann nicht mehr laufen.


Gerelateerd aan marcheren

lopen