Vertaling van meenemen

Inhoud:

Nederlands
Duits
bijeenbrengen, meebrengen, meenemen, medenemen, medebrengen {ww.}
mitbringen
mitnehmen

ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen

ich werde mitbringen
du wirst mitbringen
er/sie/es wird mitbringen
» meer vervoegingen van mitbringen

Wat moet ik meenemen?
Was soll ich mitbringen?
Je mag wie je maar wilt meenemen.
Du darfst mitbringen, wen du willst.
afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen {ww.}
mitnehmen

ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen

ich werde mitnehmen
du wirst mitnehmen
er/sie/es wird mitnehmen
» meer vervoegingen van mitnehmen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Wat moet ik meenemen?

Was soll ich mitbringen?

Uw eigen bestek meenemen graag.

Bitte bringen Sie Ihr eigenes Besteck mit.

Je mag wie je maar wilt meenemen.

Du darfst mitbringen, wen du willst.


Gerelateerd aan meenemen

bijeenbrengen - meebrengen - medenemen - medebrengen - afhalen - vergaderen