Vertaling van meren

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanbinden, meren, onderbinden, tuigeren, vastbinden, vastleggen {ww.}
anschließen

wij meren
jullie meren
zij meren

wir schließen an
ihr schließt an
sie schließen an
» meer vervoegingen van anschließen

meer (mv. meren) [o], plas [m], waterplas [m] {zn.}
See
Hoe diep is het meer?
Wie tief ist dieser See?
Hoe diep is het meer?
Wie tief ist der See?
langer, meer (mv. meren) {bw.}
ferner
fürder
mehr
weiter
meer (mv. meren) {bw.}
mehr


Gerelateerd aan meren

aanbinden - onderbinden - tuigeren - vastbinden - vastleggen - meer - plas - waterplas - langer