Vertaling van misbruik
Inhoud:
Nederlands
Duits
misbruik {zn.}
Mißbrauch
misbruiken, misbruik maken van {ww.}
ausbeuten
ik misbruik
ich beute aus
» meer vervoegingen van ausbeuten
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
De koning maakte misbruik van zijn macht.
Der König hat seine Macht missbraucht.
Hij maakte misbruik van mijn onwetendheid en bedroog me.
Er nutzte meine Ahnungslosigkeit aus und betrog mich.