Vertaling van modern

Inhoud:

Nederlands
Duits
huidig, tegenwoordig, modern {bn.}
gegenwärtig
heutig
jetzig
kontemporär
zeitgenössisch
bijdetijds, modern, nieuwerwets {bn.}
modern
hedendaags, huidig, van vandaag, huidige, modern [o] {bn.}
heutig
gegenwärtig


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Zijn huis is zeer modern.

Sein Haus ist sehr modern.

Hun huis is zeer modern.

Ihr Haus ist sehr modern.

Haar huis is zeer modern.

Ihr Haus ist sehr modern.

De meubels in dit kantoor zijn zeer modern.

Die Möbel in diesem Büro sind wirklich modern.


Gerelateerd aan modern

huidig - tegenwoordig - bijdetijds - nieuwerwets - hedendaags - van vandaag - huidige