Vertaling van moer

Inhoud:

Nederlands
Duits
moer [v], schroefmoer [v], moerschroef [v] {zn.}
Mutter [v] (die ~)
moeder [v], ma, moer {zn.}
Mutter [v] (die ~)
Alice is mijn moeder.
Alice ist meine Mutter.
Mijn moeder is mooi.
Meine Mutter ist schön.
bezinksel [o], droesem [m], spoeling [v], drap, moer {zn.}
Treber
bezinksel [o], drab, droesem [m], gespuis, moer {zn.}
Abschaum [m] (der ~)
Hefe [v] (die ~)
broek [v], drasland [o], moer, moeras {zn.}
Morast [m] (der ~)
Sumpf [m] (der ~)


Gerelateerd aan moer

schroefmoer - moerschroef - moeder - ma - bezinksel - droesem - spoeling - drap - drab - gespuis - broek - drasland - moeras