Vertaling van mogendheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
heerschappij [v], mogendheid [v], macht {zn.}
Macht [v] (die ~)
Potenz [v] (die ~)
Gewalt [v] (die ~)
Macht en geld zijn onafscheidelijk.
Macht und Geld gehen Hand in Hand.
De koning maakte misbruik van zijn macht.
Der König hat seine Macht missbraucht.


Gerelateerd aan mogendheid

heerschappij - macht