Vertaling van monding

Inhoud:

Nederlands
Duits
mond [m], monding [v], uitmonding [v] {zn.}
Einflußöffnung [v] (die ~)
Mündung [v] (die ~)
bek [m], mond [m], monding [v], snater {zn.}
Mund [m] (der ~)
Maul [o] (das ~)
Öffnung [v] (die ~)
Schnauze [v] (die ~)
Mündung [v] (die ~)
Doe je mond open.
Öffnen Sie den Mund!
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
Der Hund hatte ein Stück Fleisch in seinem Maul.


Gerelateerd aan monding

mond - uitmonding - bek - snater