Vertaling van mondstuk

Inhoud:

Nederlands
Duits
sproeier, broes, sproei, mondstuk {zn.}
Düse [v] (die ~)
tuit, mondstuk, sproeier {zn.}
Düse [v] (die ~)
straalbuis, mondstuk, sproeier {zn.}
Düse [v] (die ~)
bit [o], gebit [o], mondstuk {zn.}
Gebiß [o] (das ~)
sproeikop [m] (de ~), mondstuk, sproeier {zn.}
Düse [v] (die ~)
vulpistool, mondstuk, sproeier {zn.}
Düse [v] (die ~)


Gerelateerd aan mondstuk

sproeier - broes - sproei - tuit - straalbuis - bit - gebit - sproeikop - vulpistool