Vertaling van naast

Inhoud:

Nederlands
Duits
aan, bij, dichtbij, naast, nabij {vz.}
an
bei
neben
nahe bei
behalve, bezijden, naast {vz.}
neben
seitens
abseits


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik zat naast hem.

Ich saß neben ihm.

Ze zat naast me.

Sie saß neben mir.

Ik ging naast hem zitten.

Ich setzte mich neben ihn.

Een oude man zat naast mij in de bus.

Ein alter Mann saß neben mir im Bus.

Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.

Wenn ich das Alphabet neu ordnen könnte, würde ich die Kuh rausnehmen.


Gerelateerd aan naast

aan - bij - dichtbij - nabij - behalve - bezijden