Vertaling van naderen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanpakken, gaan naar, genaken, naderen, benaderen {ww.}
anlaufen

wij naderen
jullie naderen
zij naderen

wir laufen an
ihr lauft an
sie laufen an
» meer vervoegingen van anlaufen

naderbij komen, naderen, nader treden, nabijkomen {ww.}
bevorstehen

wij naderen
jullie naderen
zij naderen

wir stehen bevor
ihr steht bevor
sie stehen bevor
» meer vervoegingen van bevorstehen



Gerelateerd aan naderen

aanpakken - gaan naar - genaken - benaderen - naderbij komen - nader treden - nabijkomen